Interview met Agora

Verpleegkundigen Margreet, Anita en Geanne hebben ‘Palliatief in Balans’Balans’ opgezet om het belang van palliatieve zorg onder de aandacht te brengen van collega’s in de thuiszorg en zorgverleners in verpleeghuizen en ziekenhuizen.

Daar wil ik meer over weten en ik spreek met ze af in Zwolle voor een interview. De dames combineren het met een dagje uit. Margreet, Anita en Geanne werken alle drie bij Buurtzorg. Ze hebben een missie met ‘Palliatief in Balans’.

Wat is jullie missie?
Dat is eigenlijk heel simpel zegt Margreet. “Anita en ik vonden dat scholingen over palliatieve zorg erg duur zijn en we zagen bij collega’s een hoge drempel om te gaan. Dus hebben we het initiatief genomen een eigen scholing te organiseren. Dat werd dus het evenement ‘Palliatief in Balans’.

          Vlnr: Anita Siegers, Margreet Boekhold, Geanne Maarsingh

En de naam?
“Wij vonden dat palliatieve zorg niet in balans was/is. Er is nog zoveel onwetendheid, de dood is voor velen eng en soms lastig bespreekbaar te maken. Ons idee was om meer balans te creëren in de palliatieve zorg. Vandaar de naam ‘Palliatief in Balans’. Het is een pakkende titel en iedereen weet wat ermee bedoeld wordt”, licht Margreet toe.

En toen, hoe hebben jullie het aangepakt?
Margreet: “Het begon met een Facebook-berichtje aan longarts Sander de Hosson, of hij een inleiding wilde verzorgen. Collega’s zeiden “joh, dat doet hij nooit.” Wel dus. We huurden in de schouwburg (Geert Teis) van Stadskanaal de kleine zaal, 200 stoelen, zetten de uitnodiging op Facebook en in no time waren alle kaarten uitverkocht. Dat was in 2017. En in februari jl. volgde het tweede evenement, ‘Sterven is geen protocol’, waarvoor de grote zaal was afgehuurd. Weer binnen anderhalve week vol. Ook deze avond was een succes. We merken dat er onderling veel gesproken werd over de onderwerpen, het bracht de verschillende zorgverleners van verschillende instellingen bij elkaar. Dat is mooi om te zien. Kennelijk voorzien we in een behoefte!”

Vanwaar de interesse voor palliatieve zorg?
Daar kunnen ze kort over zijn: “Het is gewoon de mooiste zorg die je kan leveren. Je kunt echt iets voor mensen betekenen. Als ik voor een cliënt nog een wensambulance kan regelen, waarmee hij naar de begrafenis van zijn vrouw kan, dat is toch prachtig?”, verwoordt Anita het.

Waar komt jullie bevlogenheid vandaan?
Margreet: “Ik verpleegde een jonge vrouw met borstkanker, kort nadat ik mijn beste vriendin aan borstkanker had verloren. Ik vond het eerst erg confronterend, omdat de situatie zo vergelijkbaar was. Ook zij had jonge kinderen en was zelf te jong om te sterven. Wat ik nog goed weet is dat ze toen ik er was ineens hard begon te schreeuwen en te huilen. Ze zei letterlijk ‘waarom ik? Ik wil niet dood en ben doodsbang’. Tja wat zeg je dan als je op dat moment even oud bent? Ik zei eerst niets, ging bij haar zitten en zei dat ik er geen antwoord op had. Heb haar hand gepakt en samen zaten we daar op haar bed. Ik merkte dat er bij mij ook een traan over de wang liep, maar het kon me niet schelen… Het maakte haar weer rustig. Ik heb toen geleerd dat ER ZIJN, het belangrijkste is. Luisteren, troosten en dan zijn de verpleegkundige handelingen niet belangrijk.”

Geanne ervaarde tijdens haar stage in het ziekenhuis dat als familie en naasten wat meer worden betrokken in de laatste fase en ook na overlijden, het de verwerking dragelijker maakt.

Hoe geeft Buurtzorg inhoud aan palliatieve zorg?
Geanne vertelt dat het concept binnen Buurtzorg ‘Eerst Buurten, dan zorgen’ een belangrijk aspect in de zorg is. “Je wint vertrouwen en bouwt een band op. Dan weet je wat een cliënt belangrijk vindt. Door te signaleren, kun je sneller handelen op de juiste manier.”

Bij Buurtzorg is veel ruimte om als team invulling te geven aan de manier waarop je zorg verleent. Margreet: “Wij hebben geen palliatief verpleegkundigen. Bij ons moet iedereen palliatieve zorg kunnen verlenen. Natuurlijk heeft de een er meer affiniteit mee dan de ander, dat geeft ook niet. Wij vinden het belangrijk dat iedereen oog heeft voor de mens. Dat die centraal staat. Dat kan alleen als je investeert in de relatie met cliënten. Vertrouwen wekken, tijd nemen voor een gesprek”. Geanne merkt dat collega’s het soms moeilijk vinden; zij zeggen dan ‘… maar, dan doe je toch niks?’. “Het ‘er zijn’ voor iemand is heel belangrijk, dan doe je al genoeg.”

Contact met het ziekenhuis?
Doordat alle drie ervaring hebben in het ziekenhuis, zijn de lijntjes kort. “Maar toch is er nog veel onwetendheid. Ziekenhuizen hebben geen goed beeld van wat wij allemaal doen. Al verandert dat wel, de samenwerking met het transferteam gaat steeds beter en met de komst van jonge artsen is er een nieuwe generatie dokters die meer oog heeft voor de mens achter de patiënt”, zegt Anita.

En de samenwerking met de huisarts?

Geanne: “Sommige huisartsen werken met proactieve zorgplannen. Als dat niet het geval is, spreken wij voor het weekend de cliënten met de huisarts door. We bespreken wat er medisch gezien kan gebeuren en hoe wij hierop kunnen inspelen.” Anita: “die huisartsenposten kennen de patiënt niet, het is voor ons lastig om daar een arts te spreken te krijgen. Al leveren wij geen 24-uurs zorg, we zijn wel 24 uur bereikbaar. Als we dus van te voren met de eigen huisarts hebben overlegd, kunnen we in veel gevallen een ziekenhuisopname voorkomen.”

Betrekken jullie ook anderen in de zorg en ondersteuning?
We kijken breed, naar alle dimensies van palliatieve zorg. Als iemand heel bang is voor de dood en gelovig is, dan vragen we of de dominee komt”, zegt Margreet. Anita heeft eigenlijk nog nooit iemand anders ingezet. “Komt denk ik ook door de vertrouwensband die we hebben met de mensen in ons gebied. Die willen niet teveel vreemden over de vloer.”

En hoe is het contact met de gemeente als het over Wmo-voorzieningen gaat?

“Tja”, zegt Margreet, “wij mogen dus geen Wmo-voorzieningen aanvragen voor onze cliënten. Dat moeten mensen zelf doen. We ondersteunen hen daar wel bij. Want aanvragen moeten digitaal en dat kan niet iedereen.” “Maar ook als wij helpen, duurt het nog wel eens lang voordat zaken zijn geregeld. We zijn dan niet te beroerd om zelf wat te regelen”, vult Geanne aan.

Wat voor plannen hebben jullie nog meer?
Inmiddels weten de dames op basis van de evaluatie, dat de bijeenkomsten ‘Palliatief in Balans’ voorzien in een grote behoefte. Dat er weer een bijeenkomst komt, staat vast. Aan onderwerpen geen gebrek. Sander de Hosson is natuurlijk een grote trekker en ook hij heeft zijn medewerking weer toegezegd. De dames denken dat de volgende editie in het teken staat van rouwverwerking en complementaire zorg.

“We willen de werving dan wel wat professioneler aanpakken met een eigen website. En we nodigen Agora uit met een stand op het evenement”, lacht Margreet.

Wanneer is jullie missie geslaagd?
Margreet: “Wij zijn er trots op dat wij dit tot stand hebben gebracht, gewoon op eigen kracht. Het samenbrengen van collega’s rond dit thema, kijken naar kwaliteit van leven.”

Geanne: “Ik hoop dat we het breder kunnen trekken. Binnenkort zal onze website www.palliatiefinbalans.nl online komen. Vaak wordt er bij palliatieve zorg gelijk aan de terminale fase gedacht, maar palliatieve zorg is veel meer dan dat. Dit hopen wij dan ook uit te lichten in onze scholingen.”

Anita: “Dat we het bewustzijn bij collega’s kunnen vergroten, dat je niet altijd iets hoeft te doen; dat er voor iemand zijn, een arm om iemand heen slaan en luisteren minstens zo belangrijk zijn. Het besef dat je veel voor iemand kunt betekenen, ook in de zin van het tijdig inzetten van anderen, als je goed signaleert.”

Volgende bijeenkomst ‘Palliatief in Balans’ in 2019
De volgende editie van ‘Palliatief in Balans’ vindt plaats in 2019. Meer weten? Houd de Facebookpagina Palliatief in Balans in de gaten.

(c) Liset Ratelband, april 2018

Auteur

Gerelateerd