Onderbuikgevoel

Op deze warme zomerse dag, 15 jaar geleden, loop ik de afdeling chirugie op. Het is druk. Veel patienten hebben last van de warmte, sommige patienten zijn een paar dagen van te voren geopereerd en zijn herstellende.

Mijn collega met wie ik die avond dienst heb, heeft de eerste 6 kamers en ik de laatste 6 kamers op de afdeling, een kamer hebben we samen. Het is zoals altijd veel verantwoordelijkheid. Je wilt er voor alle patienten zijn maar door de drukte lukt het niet altijd. Er is een patient, vijfde dag na een buik operatie. Hij voelt zich de hele dag al niet lekker, is misselijk, heeft buikpijn en zijn temperatuur loopt op. Zoals altijd begin ik mijn dienst met controles. De man heeft goede waarden, maar hij heeft meer pijn, ziet grauw en heeft een bolle buik. Hij vraagt water en dat geef ik hem. Het smaakt wel maar meer kan hij niet hebben. Er bekruipt mij een raar gevoel, er is iets niet goed maar wat. Ik overleg met mijn collega. We kijken het nog even aan, zeker omdat hij net een gift paracetamol heeft gehad. Na een uur gaat het langzaam achteruit, ik besluit toch de arts assistent te bellen voor overleg, deze geeft aan de controles zijn goed, misschien heeft meneer last van de warmte. Ik vertel hem over mijn niet-pluisgevoel. Het advies is meer infuus geven, extra antibiotica en controles geregeld blijven doen. Mijn collega en ik wisselen de zorg voor deze meneer af, we zien allebei dat het niet goed gaat. Er wordt besloten een buik overzicht te maken, inmiddels is het al 20:00 u.

We brengen hem naar de echo kamer. Niets verontrustends te zien. Toch wordt er in overleg met de chirurg een ct-scan gemaakt. Het is weekend dus alles loopt een beetje anders, meneer was alweer op de afdeling. Mijn collega licht de familie in en ik breng met een andere collega meneer naar de rontgen. Inmiddels is het 22:00 u. De patient kijkt mij aan en zegt dankbaar te zijn voor alle moeite. Hij geeft aan : “ ben echt niet goed” en pakt onderwijl mijn hand vast en zegt ik hoef toch niet bang te zijn dat er iets ernstigs is, ik probeer hem gerust te stellen, en zeg : het is vaker zo dat men zich rond de 5 e/ 6 e dag niet lekker voelen na een buik operatie maar dat ik niet weet wat er nu aan de hand is maar dat het vast goed komt. Wat kun je anders zeggen in zo’n situatie?

De chirurg beoordeelt de ct-scan en blijkt het toch mis te zijn, het onderste gedeelte van de darm is necrotisch (aan het afsterven). De inderhaast opgetrommelde familie zijn inmiddels ook in huis. Er wordt druk overlegt wat nu te gaan doen.

De chirurg besluit te opereren omdat dit gedeelte van de darm eruit moet. Patiënt en familie worden ingelicht door de chirurg dat het een spoed operatie is en dat familie in huis mag blijven. Samen met mijn collega brengen we hem naar de operatie afdeling, hij is zichtbaar emotioneel, familie loopt mee. Ze nemen afscheid, iedereen is nu emotioneel. Hij pakt onze handen vast en spreekt nogmaals zijn dank uit, het was zo’n bijzondere situatie dat wij zelf ook volschieten. We lopen terug naar de afdeling.

Inmiddels is het na 23:30 u, normaal is onze dienst voorbij. Collega’s van de nachtdienst nemen taken van ons over. Om 0:30 u lopen we van de afdeling met gemengde gevoelens.

Een paar dagen later, loop ik op de medium care, een andere patient ophalen, ik had al gehoord dat de operatie goed was verlopen maar dat meneer nog moest aansterken, ineens zie ik een hand omhoog gaan, er komt een duim in zicht. Ik zie meneer en loop even naar hem toe, hij knipoogt.  Het ging redelijk maar meneer is nog erg vermoeid. Ik wens hem veel sterkte toe en wie weet tot ziens op de afdeling.

Een paar dagen daarna overlijdt meneer alsnog. Hij is mij altijd bij gebleven. Hij heeft mij geleerd dat , altijd je gevoel te volgen, wat de cijfertjes ook zeggen.

 

Door: Margreet Boekhold

 

 

 

 

Auteur

Gerelateerd